• Groot onderzoek naar gezondheid van de 'Westie'
Leestijd
5 minuten
Tot nu toe gelezen

Groot onderzoek naar gezondheid van de 'Westie'

Wed, 09/04/2019 - 11:50

Het mag dan een origineel Engels ras zijn, het aantal West Highland White Terriers (WHWT's) neemt gaandeweg af, in ieder geval in thuisland Engeland. Tijdens de periode 2008–2017 daalde het aantal registraties met 70,8% van 2,7 naar 0,9% van het totale aantal KennelClub-registraties.

Daarentegen zien we in dezelfde periode van 10 jaar substantiële toenames van registraties voor sommige andere rassen van vergelijkbare grootte als de WHWT, waaronder de Mopshond, de Bulldog, de Franse Bulldog en de dwerdteckel (korthaar). Ondanks dezelfde grootte zijn die rassen toch blijkbaar aantrekkelijker oor bepaalde groepen eigenaren.  Overigens is er veel minder bekend over de look-alikes, de ongeregistreerde, Westies, die mogelijk nog wel in flinke aantallen kunnen voorkomen. In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 7,8 jaar, wat suggereert dat dit een verouderende populatie is in vergelijking met eerder gerapporteerde mediane leeftijden van Labrador Retrievers (4,9 jaar), Duitse Herders (4,7 jaar) en Rottweilers (4,5 jaar) met jongere profielen. Gemiddeld oudere honden betekent hier dus weinig aanwas van jonge honden, en dus een “uitstervende” populatie.

De gegevens komen uit een groot onderzoek naar de “Westies” gedaan aan de hand van gegevens uit het Engelse “VetCompass”- systeem, waarbij de dieren via bezoek aan de dierenarts kunnen worden gevolgd, iets wat informatie geeft over de gezondheidstoestand van het totale ras. Dan O’Neill was voor dit onderzoek de primaire auteur, het onderzoek verscheen deze week in Canine Genetics and Epidemiology

Qua (veel) voorkomende (aanleg voor) ziektes in het ras werden er 42 gevonden, met name huidaandoeningen. Aanleg betekent echter niet noodzakelijk dat een ziekte vaak voorkomt of zelfs belangrijk is voor het ras. De Westie wordt beschouwd als een langlevend ras met een mediane levensduur van 13,5 jaar die gunstig is in vergelijking met de mediaan van 12,0 voor alle rassen, oftewel, een Westie leeft gemiddeld meer dan een jaar langer dan een “doorsnee” hond. De meest voorkomende doodsoorzaken / redenen voor euthanasie bij Westies zijn volgens eerdere onderzoeken in Engeland ouderdom (14,6%) en nierfalen (8,3%). Een vergelijkbaar onderzoek in de VS vond echter atopische dermatitis (31,1%), longfibrose (10,5%) en congestief hartfalen (9,1%) als meest voorkomende doodsoorzaak/reden tot euthanasie. De Westie is naar verluidt vatbaar voor 42 aandoeningen, waaronder agressie, atopische dermatitis, craniomandibulaire osteopathie, keratoconjunctivitis sicca en bronchiectasis.

Opvallend ook, de Westie wordt vermeld als het hondenras met het op één na laagste niveau van genetische heterozygositeit in Engeland, oftewel, het ras heeft een hoge mate van inteelt.  Dat houdt mogelijk verband met sommige van deze specifieke aanleg voor ziektes, hoewel er geen duidelijke correlatie is tussen heterozygositeit en het niveau en ernst van erfelijke ziekten in het algemeen binnen rassen, aldus de auteurs. In het Westie-gezondheidsonderzoek in de VS meldden eigenaren atopische dermatitis als de meest voorkomende ziekte van dit ras (aangetast door 23,2%), gevolgd door luxueuze patella (5,5%) en agressie (3,9%). Deze resultaten verschillen enigszins van een KC-rassengezondheidsonderzoek in het Verenigd Koninkrijk (eerder gedaan), waar de meest gemelde aandoeningen overgevoeligheid (allergische) huidaandoening (8,6%), dermatitis (4,7%), chronische jeuk (3,8%) en otitis externa (2,9%) waren , hoewel het mogelijk is dat veel van deze gemelde aandoeningen verband hielden met onderliggende allergische dermatitis en otitis. Keratoconjunctivitis sicca (2,4%), kruisziekte (1,8%) en patella luxatie (1,8%) waren andere veel voorkomende aandoeningen in het VK.

In dit grootschalige data-onderzoek werden 6605 honden meegenomen, 0,7% van de totale 905.544 onderzoekshonden van alle rassen. Reuen (10,1 kg) waren zwaarder dan teven (9,0 kg). De gemiddelde levensduur was 13,4 jaar, waarbij de reuen met 13,8 jaar de teven overleefden (12,9 jaar). Dat reueen ouder worden is ongebruikelijk bij hondenrassen en is in tegenstelling met eerdere rapporten overindividuele rassen die geen geslachtsverschil rapporteerden (Labrador Retrievers [25] of Franse Bulldogs) of zelfs omgekeerd, teven die ouder worden dan reuen (Rottweilers en Duitse herdershonden). Hiermee kun je dus niet zeggen dat het bij honden gebruikelijk is dat teven ouder worden dan reuen.

De auteurs maken ook nog -meer in het algemeen-  een duidelijk verschil in prevalentie (de mate waarin een bepaalde ziekte binnen het ras voorkomt) en aanleg voor een ziekte. Prevalentie is een absolute waarde die de algemene frequentie van een aandoening definieert, terwijl aanleg een relatieve waarde is die het risico in de ene groep in vergelijking met de anderen beschrijft. Een aandoening kan veel voorkomen binnen een bepaald ras (dwz de aandoening komt veel voor in het ras) en kan daarom worden beschouwd als een belangrijke kwestie voor het welzijn van het ras zonder dat er noodzakelijkerwijs een specifieke aanleg te vinden is (dat wil zeggen dat de aandoening niet vaker voorkomt bij dit ras dan bij honden in het algemeen). Omgekeerd kan het ras vatbaar zijn voor de aandoening (d.w.z. het ras heeft een veel hoger relatief risico op de aandoening dan honden in het algemeen) maar zonder dat de aandoening vaak voorkomt (d.w.z. dat het niet belangrijk hoeft te zijn voor het ras).

In dit onderzoek waren aandoeningen van de lagere luchtwegen en neoplasie (kanker, goed- en kwaadaardig) de meest voorkomende doodsoorzaken in Westies, die elk 10,2% van de sterfgevallen vertegenwoordigen. Gezien het feit dat neoplasie goed was voor 16,5% van de sterfgevallen bij honden in het algemeen en 14,7% van de sterfgevallen bij Dwergschnauzers, een ras van vergelijkbare grootte als de WHWT, in eerdere VetCompass-rapporten, suggereert de huidige studie niet dat de WHWT vatbaar is voor neoplasie in het algemeen. De prevalentie van aandoeningen van de lagere luchtwegen was in het huidige onderzoek echter veel hoger dan in een eerder rapport waarin de mortaliteit als gevolg van aandoeningen van de luchtwegen bij alle rassen op 3,9% werd geschat. Dit suggereert dat lagere luchtwegaandoeningen een belangrijke doodsoorzaak zijn voor de Westie en deze visie wordt ondersteund door de literatuur. Een onderzoek onder eigenaren in de VS meldde dat 10,5% van de Westies stierf met longfibrose. Idiopathische longfibrose (IPF) is een chronische, progressieve interstitiële longziekte met een slechte prognose en de Westie is daar gevoeliger voor dan de gemiddelde hond.  

De meest voorkomende specifieke aandoening in de huidige studie was parodontitis, bij 15,7% van de Westies. Dit is vergelijkbaar met de resultaten voor de Cavalier King Charles Spaniel (15,2%) en Border Terrier (17,6%), maar hoger dan de gerapporteerde waarden voor grotere rassen zoals Labrador Retriever (4,2%), Duitse herder (4,1%) en Rottweiler (3,1%). De prevalentie van parodontitis neemt toe met de leeftijd, maar af met toenemende lichaamsgrootte, en weer toe met met tandheelkundige malocclusie (een beet anders dan het bekende schaargebit, dus overbeet, onderbeet, en andere afwijkende standen). De KC-rasstandaard beschrijft de Westie “met tanden groot ten opzichte van de grootte van de hond", en die vatbaar zijn voor malocclusie en daarom tandziekten bevorderen. Misplaatste lagere hoektanden worden inderdaad in het KC Breed Watch-systeem aangehaald als aandachtspunten voor keurmeesters. Toch is de Westie niet vatbaarder voor parodontitis in vergelijking met honden van dezelfde grootte, al is de prevalentie ten opzichte van alle hondenrassen hoger.

Zes van de 27 meest voorkomende aandoeningen (otitis externa, allergische huidaandoening, pododermatitis, pyodermie, atopische dermatitis en dermatitis) vertegenwoordigen verschillende klinische manifestaties van inflammatoire huidaandoeningen (huidontstekingen) en hebben een gecombineerde prevalentie van 28%. Hoewel otitis externa, pododermatitis en pyodermie afzonderlijk kunnen voorkomen en etiologisch niet verwant kunnen zijn, vertegenwoordigen ze vaak manifestaties of complicaties van een onderliggende allergische huidziekte, met name atopische dermatitis. De onderzoekers zien deze incidentie van deze huidaandoening dan ook zo dat de Westie er vatbaarder voor is als de gemiddelde hond.

Otitis externa was de op één na meest voorkomende aandoening bij WHWT, die 10,6% van de huidige onderzoekspopulatie treft en die vergelijkbaar is met de prevalentie van 10,2% bij honden in het algemeen. Een enquête onder eigenaren uitgevoerd door de KC meldde een veel lagere prevalentie van 2,87% in de WHWT, hoewel vooroordelen in de eigenaarrapportage dit verschil gedeeltelijk kunnen verklaren.

Het is opmerkelijk dat de prevalentie van huidaandoeningen (als groep) 22,7% was, wat hoger is dan de 15,5% gerapporteerd bij alle honden en ook hoger dan eerdere rapporten over andere vergelijkbare kleine rassen waaronder de Franse Bulldog (17,9% ) Mopshond  (15,6%) en Border Terriers (10,2%). Kortom, zo concluderen de onderzoekers, huidaandoeningen zijn een behoorlijk gezondheidsprobleem voor de wetland White Terrier.

Ook blijkt, al gaat het om veel lagere aantallen, dat  keratoconjunctivitis sicca (KCS oftewel Droge ogen, 2,0%), craniale kruisbandziekte (1,8%) en diabetes mellitus (1,2%) ziektes zijn waar de Westie relatief vaker wordt getroffen dan andere (kleine) rassen. De resultaten suggereren ook dat deze ziekten klinisch belangrijk zijn voor de Westie vanwege hun redelijk hoge absolute prevalentiewaarden. Fokkers, dierenartsen en eigenaren zouden hier alert op moeten zijn, zo menen de onderzoekers.

Enkele aandoeningen lijken geslachtsgebonden. Reuen bleken vaker otitis externa en agressie-problemen te hebben. Bij Otitis Externa was dit bij andere rassen niet eerder gevonden. Teven bleken gevoeliger voor parodontitis (iets wat ook bij de Dwergschnauzer is gezien).

De onderzoekers merken wel op dat de achteruitgang van het ras qua aantallen mogelijk mede het gevolg is van negatieve adviezen van dierenartsen omdat de Westie vaak huidaandoeningen zou hebben, iets wat toch wel enigszins mee lijkt te vallen. Blijkbaar zijn liefhebbers van kleine honden daarom naar de Franse Bul, mopshond en dwergteckel uitgeweken. Wellicht -bij nader inzien- ook niet de meest logische keuze.

Een link naar het originele onderzoek (pdf) onder het artikel.

Groot onderzoek naar gezondheid van de 'Westie'