• De Australische labradoodle is vooral een poedel
Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

De Australische labradoodle is vooral een poedel

Mon, 11/16/2020 - 19:04

Er zijn zo’n 350 rassen erkend door organisaties als FCI en AKC en er zijn nog een heel aantal andere organisaties die rassen erkennen. Eén ding hebben ze gemeen: om tot een ras te behoren dient een dier ouders te hebben van datzelfde ras.

Om dat te bereiken worden de honden geregistreerd en mogen er geen ongeregistreerde honden de stamboeken in. Het resultaat is een sterke selectie en een beperkte genenpool. Daardoor is identificatie van een ras mogelijk via loci die rasbepalende eigenschappen beheersen en hoeft daar slechts een beperkt aantal genetische markers voor gebruikt te worden.

Die beperkte variatie heeft ook ziekte tot gevolg en als reactie daarop is er de laatste jaren een explosie aan “nieuwe rassen” ontstaan. Deze designerrassen worden gefokt door bestaande rassen te kruisen en de pups worden aangeprezen als buitengewoon gezond. Tussen rassen onderling is veel genetische variatie. De vraag is echter of die variatie ook behouden is in de designerrassen.

Om dit kaart te brengen werd een groep van 150.106 SNP’s gebruikt om de populatiestructuur van de Australian Labradoodle (ALBD) te analyseren, in een poging in kaart te brengen hoe dergelijke rassen worden ontwikkeld. Analyses van het genoom tonen aan dat andere rassen dan de poedel (POOD) en Labrador retriever (LAB) hebben bijgedragen aan de vorming van ALBD, maar dat het ras, op genetisch niveau, overwegend POOD is, waarbij alle kleine en grote variëteiten bijdragen aan de opbouw ervan.  Verdere analyse laat zien dat het ras verbeterd is voor varianten die geassocieerd worden met een poedelachtige vacht, die door fokkers wordt gezien als een verband met hypoallergeen. Er is weinig verbetering waargenomen voor LAB-specifieke allelen.  De resultaten van deze studie wijzen op een beperkte reikwijdte van gewenste eigenschappen bij het definiëren van nieuwe rassen.

De Australische labradoodle die 31 jaar geleden werd gemaakt door Labrador retrievers met  standaard poedel te kruisen was indertijd bedoeld om honden te produceren met een kleinere kans om een ​​allergische reactie op te wekken, maar die de gewenste eigenschappen van een hulphond behielden. Er is getracht de genetische geschiedenis van de Australische labradoodle te bepalen zodat er inzicht kon worden verkregen in hoe rassen eigenschappen stabiliseren bij bepaalde fokstrategieën. Bij de Australische labradoodle hebben meer rassen een bijdrage geleverd, maar het ras is genetisch grotendeels een poedel  met een overmaat aan poedelallelen gerelateerd aan het vachttype. 
Uit de studie blijkt hoe weinig genen er nodig zijn om een ras te definiëren. Er wordt tevens aangetoond in hoe weinig generaties een “ras” zich kan vormen. Maar het belangrijkste is wel dat er maar héél weinig andere genen nodig zijn om van een ras een totaal andere hond te maken. De Australische labradoodle is overwegend poedel en toch is hij geen poedel meer.

Het grote aantal significante SNP's dat werd waargenomen bij het vergelijken van POOD met LAB en ALBD met LAB, afgezet het kleine aantal dat werd waargenomen bij het vergelijken van de ALBD en POOD, duidt op een veel sterkere bijdrage van POOD-variëteiten dan de LAB aan de ALBD. Oftewel: er is veel meer poedel ingekruist dan andere rassen werden gebruikt, in een (geslaagde) poging het poedelvachttype vast te leggen.

Bastaardkracht, het verschijnsel dat zorgt dat kruisingen relatief gezond zijn, heeft niet altijd de overhand, vooral niet als ouderrassen gemeenschappelijke ziekteverwekkende allelen delen. Patella luxatie, de ziekte van Von Willebrand, progressieve retinale atrofie en heup- en elleboogdysplasie zijn veel voorkomende gezondheidsproblemen voor de ALBD. 
En hierbij mag worden opgemerkt dat de onderzochte populaties geregistreerde honden betrof die in de registraties van de Australian Labradoodle Club America zijn opgenomen. Hier wordt gefokt volgens strikte regels.
Maar in Europa zijn heel veel groepen mensen die zelf labradoodles fokken en hebben gecreëerd, en vaak lang niet zo zorgvuldig te werk gaan. Vanwege het feit dat er geen formele erkenning is kan er door iedereen worden gefokt onder de naam labradoodle zonder dat ergens controle plaatsvindt. Het is dus zaak zeer zorgvuldig om te gaan met dit type honden. Het aantal gezondheidsproblemen lijkt op te lopen bij deze honden en mag niet worden onderschat.