• Tekenziekte TBE: ook een gevaar voor honden
Leestijd
3 minuten
Tot nu toe gelezen

Tekenziekte TBE: ook een gevaar voor honden

Sat, 04/06/2019 - 19:39

Slecht nieuws voor honden en hun eigenaren: er is een nieuwe tekenziekte waar we in Nederland rekening mee moeten houden.

TBE staat voor tick-borne encephalitis: een door teken overgebrachte ontsteking van de hersenen. Het lijkt erop dat de ziekte zich in Nederland aan het vestigen is. TBE is gevaarlijk voor zowel mensen als honden, maar mensen zijn kwetsbaarder voor het virus.

Vanwege het gevaar voor de mens is het RIVM begonnen met een onderzoek om er achter te komen waar het in Nederland voorkomt. Het TBE virus kwam voorheen vooral voor in Rusland, Noord-Europa en delen van Azië. De teek die het virus het vaakst met zich meedraagt is in Europa de Ixodus Ricinus, de schapenteek.
De naam is wat misleidend, de schapenteek kan zich namelijk op vrijwel alle zoogdieren hechten en is ook de teek die we meestal op onze honden tegenkomen in dit deel van de wereld. Het virus kwam oorspronkelijk vooral voor in landen als Litouwen, Slovenië en Estland, maar rukt ook op in Tsjechië, Finland, Zweden, Duitsland, Polen, Zwitserland en Hongarije. En ook in Nederland is TBE gesignaleerd.

In 2016 kwam het bericht dat het virus was gevonden bij teken op de Sallandse en Utrechtse Heuvelrug. Dit leken toen incidentele gevallen, maar het RIVM ziet nu reden om meer onderzoek te doen naar het virus in ons land. De aanleiding is onder andere een besmetting bij de grens van Zeeland en Brabant.
Er zijn in de afgelopen jaren enkele besmettingen geweest in Nederland, en er zijn aanwijzingen dat teken met het virus te vinden zijn in Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Om precies in kaart te brengen waar het virus zich heeft verspreid in ons land wordt er nu groot onderzoek gedaan.
Het RIVM laat in totaal zo’n 10.000 teken uit 20 verschillende locaties in Nederland verzamelen en testen op aanwezigheid van het virus. Ook in België zijn besmettingen met het TBE virus gemeld, al is het bij één geval mogelijk dat de besmetting in Nederland is opgelopen. Ook in andere landen waar het virus al langer voorkomt is er sprake van een stijgend aantal besmette teken.

Het TBE virus wordt onderverdeeld in 3 subtypes die allemaal een iets ander ziektebeeld vertonen. Het type dat in Europa voorkomt kenmerkt zich door twee fases. In de eerste fase kunnen besmette personen last krijgen van hoofdpijn, algehele mailaise, vermoeidheid, spierpijn en maag-darmproblemen. Hierna verdwijnen de symptomen, maar bij ongeveer een kwart van de patiënten volgt er een tweede fase waarbij een ontsteking ontstaat aan de hersenen (encefalitis), de hersenvliezen (meningitis) of beide (meningo-encefalitis). De meeste mensen overleven zo’n besmetting, minder dan 2% komt te overlijden aan het TBE virus. De besmetting kan echter wel blijvende schade veroorzaken en maanden of zelfs jaren kosten om van te herstellen. Sommige mensen houden er chronische klachten aan over.

Voor alle tekenbeten geldt dat de hondeneigenaren een risicogroep zijn. Simpelweg omdat ze meer tijd doorbrengen in de natuur, waar teken vaker voorkomen. Honden zijn vanwege hun formaat en gedrag ook een handig transportmiddel voor teken, die van daaruit ook de eigenaren kunnen besmetten.
Overigens kan een TBE besmette hond het virus niet zelf overdragen op de mens. Wel kan een TBE besmette teek via de hond de mens bereiken en zich vastbijten. Dit wordt ook gezien als één van de mogelijke oorzaken waarom het virus zich kan verspreiden over Europa: binnen de EU reizen we gemakkelijk met onze honden zonder verplichting voor een tekenwerend middel.

Honden zelf zijn zowel in het voordeel als nadeel als het gaat om een TBE besmetting. Net als bij de ziekte van Lyme blijkt dat honden voor TBE veel minder kwetsbaar zijn dan mensen. De meeste besmettingen verlopen zonder klinische symptomen omdat het hondenlichaam beter bestand blijkt tegen het virus dan het lichaam van de mens. Uit onderzoek blijkt dat zelfs pups het virus meestal doorstaan zonder daadwerkelijk ziek te worden. Ook grotere groepen honden die voor onderzoeksdoeleinden werden besmet met het virus bleken voor het grootste deel klinisch gezond te blijven.
Het slechte nieuws is dat als ze ziek worden, het virus voor honden bijna dodelijk afloopt. De symptomen zijn ongeveer hetzelfde als bij mensen: vermoeidheid en algehele malaise, koorts en een verminderde eetlust. Neurologische problemen die optreden door het virus kunnen zorgen voor afwijkende beweging van de ledematen, spierspasmen, tremoren, toevallen, gedeeltelijke verlammingen, overgevoeligheid voor pijn en verminderde reflexen.
Ook honden kunnen na besmetting meningitis of encefalitis krijgen. Als gevolg van de ziekte en pijn kunnen de honden agressief gedrag vertonen. De diagnose TBE kan worden gesteld aan de hand van een titerbepaling in combinatie met de klinische symptomen. Dit kan wat misleidend zijn omdat honden ook zonder symptomen antistoffen tegen het virus kunnen hebben, maar de combinatie van factoren wordt vaak gebruikt als leidraad om te gaan behandelen.

Helaas wordt TBE in veel gevallen pas na de dood van een hond vastgesteld, ook omdat het virus vaak niet voor de hand liggend is voor dierenartsen om een patiënt op te testen. De behandeling is gericht op symptoombestrijding omdat er geen middel is dat het virus zelf te lijf gaat. Daarom ligt de focus op het bestrijden van pijnklachten, toevallen en eventueel koorts en ontstekingen. Het geringe aantal honden dat een klinische besmetting overleeft heeft een lange weg te gaan, de revalidatie en volledig herstel kunnen tot wel een jaar duren.

Mensen kunnen zich beschermen tegen het TBE virus via vaccinatie. Dit wordt aangeraden voor mensen die reizen naar een gebied waar het virus endemisch is, maar nog veel mensen kiezen er voor om zich niet te vaccineren of weten niet van het bestaan van het vaccin af.
Voor honden is er helaas geen vaccin. Hoewel uit onderzoek is gebleken dat het humane vaccin ook effectief is bij verschillende diersoorten, waaronder honden, is het hiervoor nog niet goedgekeurd. Tot die tijd moeten we ons voor honden richten op preventiemiddelen. Er zijn wel verschillende anti-tekenmiddelen verkrijgbaar voor honden.
Voor het TBE virus is het van belang om te letten op de werking van het middel. Sommige middelen zijn enkel tekendodend, wat betekent dat het pas werkt nadat de teek zich heeft vastgebeten op de hond. Een beter alternatief is een tekenwerend middel dat daadwerkelijk voorkomt dat de teek zich op de hond vastbijt. Deze preventieve behandelingen kunnen met de komst van het TBE virus in Nederland nog wel eens nog belangrijker worden dan ze al waren.

dossier