• giardia
Leestijd
9 minuten
Tot nu toe gelezen

Giardia, een onderwerp van gesprek

mer, 07/03/2024 - 17:13

Auteur: Dimphy van Halteren, Orthomoleculair voedingsdeskundige voor honden

 

We horen het steeds meer, honden die besmet zijn met giardia. Maar er is ook nog veel gebrek aan kennis over giardia. Dit artikel is bedoeld om meer bewustwording te creëren.

 

Giardia

Giardia is een parasiet die het maagdarmkanaal kan infecteren. Het is een van de meest voorkomende darmparasieten bij honden over de hele wereld.

Het is een eencellige parasiet die behoort tot de familie van de diplomonaden en bestaat uit 8 verschillende genotypes, A t/m H. Bij honden treffen we meestal genotype C en D aan. Genotype A komt zowel bij mensen als dieren voor en is dan dus ook overdraagbaar van hond op mens.

De giardia parasiet heeft twee levensstadia: de cyste en de trofozoïet. De cyste is de overlevingsvorm van de parasiet terwijl de trofozoïet zich actief beweegt en zich voedt in het maagdarmkanaal.

Buiten het lichaam overleeft de giardia parasiet als cyste tot deze wordt opgenomen in het lichaam. Via de bek van de hond komt de cyste het lichaam binnen en verplaatst zich naar de darmen. Hier aangekomen komen er per cyste 2 trofozoïeten vrij. Deze trofozoïeten wurmen zich door het darmslijmvlies heen en hechten zich met een soort zuignappen aan de darmwand van de dunne darm. Daar beginnen ze zich te vermenigvuldigen. Deze parasiet is een eencellige en vermenigvuldiging gebeurt door middel van deling.

Cyste



De biofilm
In de dunne darm kan de giardia parasiet een biofilm om zich heen maken. Denk hierbij aan wat er gebeurt als een bak water te lang staat; daar vormt zich dan een slijmlaag op. Ook het groene laagje in een vaas met bloemen die te lang staat is een goed voorbeeld. Zo’n slijmlaag heet een biofilm en beschermt de parasieten tegen o.a. antibiotica en andere medicatie.

Of de giardia zich in een biofilm genesteld heeft of niet is heel moeilijk aan te tonen, maar als de giardia ondanks diverse reguliere behandelingen niet verdwijnt, zou dit zeker een oorzaak kunnen zijn. Zolang die biofilm niet eerst afgebroken wordt, zit die parasiet daar prima verstopt en kom je er niet vanaf!

Een stukje verderop in het darmstelsel, in de dikke darm, vormt de parasiet ook weer een beschermlaag om zich heen, maar nu om te kunnen transformeren naar cyste. In deze vorm wordt de giardia uitgescheiden met de ontlasting. De cyste kan buiten de gastheer maanden overleven, zeker in een natte omgeving bij zacht weer. We zullen daardoor waarschijnlijk nooit van de giardia afkomen en besmettingen liggen helaas overal op de loer.

Trofoziet



Diarree, niet het enige symptoom!
Honden raken besmet wanneer ze cysten inslikken die zich in besmet water, voeding of uitwerpselen van geïnfecteerde dieren bevinden.

Hoewel veel honden géén symptomen vertonen, kunnen sommige geïnfecteerde honden last krijgen van diarree, gewichtsverlies, verminderde eetlust, jeuk, gedragsproblemen en een slechte algehele gezondheid.
Vaak wordt de focus op diarree als enige symptoom gelegd, maar diarree hoeft niet altijd aanwezig te zijn, giardia kan ook aanwezig zijn bij een gewoon stevige ontlasting
. Wanneer er wel diarree aanwezig is, kan de frequentie wisselend zijn. De hond hoeft dus niet voortdurend diarree te hebben. De diarree kan ook ontzettend stinken en er groen uitzien. Soms wordt er ook slijm of bloed gezien.

Daarnaast kunnen er ook andere symptomen zijn, zoals bijvoorbeeld gedragsproblemen, jeuk, plotselinge onzindelijkheid, een slechte eetlust, futloosheid, verminderde concentratie, onbereikbaar zijn, moeite om rust te pakken, snel gefrustreerd en/of een verhoogde prikkelgevoeligheid. En laten we de pups die mega druk zijn en/of hyper- en bijtgedrag vertonen niet vergeten!

Waarom de ene hond wel zichtbare klachten krijgt en de andere niet, hangt met name af van de conditie van de darmgezondheid, leeftijd (giardia wordt het meeste gezien bij honden onder de 1 jaar) en de leefomgeving.

Voeding heeft een heel grote invloed op de darmgezondheid. Daarom is het belangrijk om bij een infectie niet alleen direct de giardia te bestrijden, maar ook de voeding goed onder de loep te nemen en de darmgezondheid daar waar mogelijk te verbeteren.
Giardia parasieten voeden zich met glucose uit koolhydraten. Op Social Media komt dan ook vaak het advies langs om bij giardia over te stappen van brok op KVV. Wees hier voorzichtig mee!
Een rauwe voeding, die dus óók nog bacteriën bevat, is zeker niet altijd passend bij een giardia besmetting. Wanneer er sprake is van een leaky gut zouden de bacteriën uit de rauwe voeding weglekken de bloedbaan in. Dat is niet wat we willen.

Een kleine disbalans in de darmgezondheid kan er al voor zorgen dat een hond vatbaarder is voor giardia. Wanneer een voeding zo is samengesteld dat deze ontstekingen juist in de hand helpt, maakt giardia meer kans. Maar ook medicatie, over-vaccineren en stress kunnen een negatieve invloed hebben op de darmgezondheid.


Schade door giardia
Zoals al beschreven hecht de giardia parasiet zich aan de darmwand met een soort zuignappen. Dit zorgt voor schade aan de darmwand en maakt de darmwand te doorlaatbaar.

De darmwand bestaat uit heel veel hele kleine uitstulpingen. Deze worden villi genoemd. De bedoeling van deze uitstulpingen is vergroting van het darmoppervlak zodat er meer voedingsstoffen opgenomen kunnen worden.

Deze darmvilli bestaan op hun beurt weer uit verschillende darmcellen met allemaal verschillende functies. Bij gezonde darmen liggen deze darmcellen strak tegen elkaar aan en vormen zo een soort beveiligingsbarrière.

darmvilii

Die beveiligingsbarrière bevat kanaaltjes waar voedingsstoffen selectief doorheen gelaten worden. De een mag er wel door en de ander wordt tegengehouden en mag er niet doorheen.
De verbinding tussen deze cellen noemen we de ‘tight junctions’. Het gaat mis wanneer deze darmwandcellen beschadigd raken, de tight junctions hierdoor meer open gaan staan en de darmwandcellen ontstoken raken. Dit is ook wat er gebeurt bij giardia.

Stoffen die eerst werden tegengehouden door deze barrière, kunnen er nu opeens wel doorheen omdat er meer ruimte is. Denk bijvoorbeeld aan ziekmakende bacteriën, gisten, schimmels, maar ook voedingsstoffen die nog niet klein genoeg verteerd zijn. Dát noemen we een leaky gut.

Wanneer dit gebeurt komt het immuunsysteem in actie om deze doorgelaten deeltjes te vernietigen. Ook de lever wordt hiermee zwaar belast. Door deze reactie van het immuunsysteem kan het zijn dat de hond opeens heftig gaat reageren op bepaalde voedingsstoffen en een allergische reactie krijgt terwijl deze voedingsstoffen voorheen nooit een probleem waren. Dit kan zelfs een allergische reactie worden op stofjes uit de lucht. Omdat dit continu doorgaat en niet maar tijdelijk is, kan het immuunsysteem dit niet bijhouden en veroorzaken deze deeltjes uiteindelijk ontstekingen in andere delen van het lichaam, bijvoorbeeld in de huid, maar ook aanhoudende maag-darmklachten en zelfs gedragsproblemen. Het immuunsysteem blijf dus continu overmatig actief en raakt ook uitgeput wat op lange termijn kan zorgen voor auto-immuunziekten

Giardia heeft, naast het te doorlaatbaar maken van de darmwand, ook de nare eigenschap veranderingen aan te kunnen brengen met betrekking tot de goede bacteriën in de darmen.
Ze tasten ook nog de darmvilli aan waardoor deze korter worden en er een probleem ontstaat met de voedselopname, dit noemen we ook wel malabsorptie.

leaky gut



Giardia is duidelijk niet zomaar een parasietje, het kan echt veel ellende veroorzaken. Hierdoor kunnen er nog steeds darmproblemen optreden lang nadat de giardia parasieten al verdwenen zijn. Denk bijvoorbeeld aan allergieën, een dysbiose in de darmen of andere darmziekten. Het is daarom enorm belangrijk om bij een giardia besmetting niet alleen de focus te leggen op het elimineren van de parasieten, maar om daarna óók aandacht te geven aan het herstellen van de darmgezondheid. In de praktijk blijkt deze stap vaak achterwege te worden gelaten. Maar al deze problemen herstellen zich niet zomaar vanzelf.

Gedragsproblemen door giardia
Ook bij gedragsproblemen moet aan de darmgezondheid worden gedacht. Gedrag en darmen gaan hand in hand. Tussen de darmen en de hersenen loopt een soort telefoonkabel die we de nervus vagus noemen, ookwel de darm-hersen as.
Deze as heeft een aantal functies:
- reguleren van de spijsvertering
- reguleren van de eetlust
- reguleren van emoties en stemmingen
- reguleren van het immuunsysteem

De nervus vagus is het communicatiemiddel tussen de hersenen en de darmen. 80% van deze communicatie gaat zelfs van de darmen NAAR de hersenen. Daarom worden de darmen ook wel de 2de hersenen genoemd.
Naast de darmen en de hersenen, raakt de nervus vagus ook andere organen aan zoals de lever, nieren, hart, longen, milt, alvleesklier en vertakt zich zelfs naar de oren en de keel.

De nervus vagus is ook onderdeel van het autonome zenuwstelsel en speelt een belangrijke rol bij het reguleren van het stress-systeem in het lichaam.
Wanneer de hersenen vanuit de darmen een signaal van stress doorkrijgen, kan dit zorgen voor het verminderen van eetlust of het overmatige bijtgedrag wat we bij pups wel zien, maar ook het fight-flight systeem van een hond kan activeren en emoties worden beïnvloed waardoor we angst of agressie kunnen gaan zien in het gedrag.
Je kunt je dus misschien voorstellen dat wanneer de darmen niet goed in balans zijn door bijvoorbeeld ontstekingen of een leaky gut, dit een negatieve invloed heeft op de communicatie richting de hersenen en dit dus ook invloed gaat hebben op het gedrag van de hond. Het kan zelfs zorgen voor ontstekingen in de hersenen!

Wanneer er een opname probleem is ontstaan, gaan er op langere termijn tekorten ontstaan in vitaminen en mineralen. Ook dit zorgt voor stress in de darmen en organen, want dit heeft invloed op hun functioneren. We komen dan in dezelfde kettingreactie terecht, waarbij de tekorten kunnen zorgen voor gedragsproblemen via de darm-hersenas.

Bij jonge pups en pubers met gedragsproblemen kan het dus ook zeker zinvol zijn om uit te sluiten of giardia hierin een rol speelt.

Meerdere wegen leiden naar Rome
Op regulier gebied wordt bij de behandeling voor giardia eigenlijk altijd gekozen voor panacur (fenbendazol) of antibiotica (meestal metrobactin).
Helaas wijst de praktijk uit dat deze middelen niet altijd even effectief zijn en heeft onderzoek ook uitgewezen dat er meer onderzoek nodig is naar de werking van deze middelen bij giardia
. Slechts 17% van de honden in dit onderzoek hadden een volledige eliminatie van de parasiet na behandeling met 5 dagen fenbendazol.

Hierna stopt vaak verdere behandeling en wordt er niet gewerkt aan het herstellen van de darmgezondheid. Soms wordt er probiotica voorschreven, maar hierbij is het wel heel belangrijk dat de juiste stammen op het juiste moment worden ingezet. Ga je een willekeurige probiotica inzetten bij een leaky gut, dan zullen ook deze bacteriën weglekken in de bloedbaan en dat is niet wat we willen! De probiotica kan dan ook een negatief effect hebben. Probiotica is geen baat het niet dan schaadt het niet middel!

Vanuit complementair oogpunt zijn er diverse supplementen en homeopathische middelen die kunnen worden ingezet bij het elimineren van giardia. Helaas is dit voor veel mensen onbekend. Als therapeut kijken we heel breed en werken we met ondersteunende middelen zonder extra schade aan te richten.
Zo wordt de voeding onder de loep genomen om de aanvoer van koolhydraten te beperken en de darmen zo min mogelijk te belasten, wordt de parasiet uiteraard aangepakt, maar wordt er óók naar het ondersteunen van het immuunsysteem en de lever gekeken.
Wanneer de giardia weg is, is het niet meteen klaar. Er moet daarna worden gewerkt aan de darmgezondheid en het herstel van de darmwand zodat de weerstand weer kan verhogen.

Het is niet zinvol de mogelijkheden te benoemen want ook hier geldt dat dit geen baat het niet dan schaadt het niet middelen zijn. Eigenaren dienen deze aanpak altijd onder begeleiding van een orthomoleculair-, integraal voedingstherapeut of een homeopaat te doen.

Als hondeneigenaar kun jij kiezen welk pad je wil bewandelen, er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, ook in de behandeling van giardia.


Ook testen zonder symptomen
Preventief testen, of in elk geval sneller te gaan testen dan dat er nu vaak gedaan wordt is dan ook aan te raden.
Uit onderzoek
 dat is gepubliceerd in februari 2024 werd aangetoond dat giardia meer voorkomt bij honden onder de 12 maanden dan bij honden ouder dan 12 maanden, maar ook dat er niet altijd veranderingen in de ontlasting werden waargenomen. Uit het onderzoek: “Er kan worden geconcludeerd dat het noodzakelijk is om periodiek toezicht uit te voeren voor ogenschijnlijk gezonde honden en katten om G. duodenalis-infectie uit te sluiten.”

Hoe sneller giardia gedetecteerd wordt, hoe beter schade aan de darmgezondheid kan worden voorkomen. Een hond met een goede darmgezondheid en een goede weerstand hoeft geen klachten te krijgen door giardia, dat betekent echter niet dat de parasiet dan ook geen schade aanricht. Waarom wachten met ingrijpen tot er klachten ontstaan, tot de hond daadwerkelijk ziek wordt? Als bij pups en pubers tot 12 maanden bijvoorbeeld elke maand of elke 2 maanden zou worden getest, zou er veel sneller actie kunnen worden genomen wanneer een test positief is.

Omdat de giardia intermittent uitgescheiden wordt (dus niet met elke ontlasting) is het belangrijk om met meerdere verschillende ontlastingen te testen, maar ook met enige regelmaat.

Eigenaren kunnen dit zelf thuis doen, (dierenartsen worden er dan dus ook niet extra door belast) door van 3 dagen ontlasting te verzamelen en met bijvoorbeeld de Fassisi snel-test te testen. Deze test zowel op cyste-eiwit als op trofozoïeten en heeft een heel hoge gevoeligheid
. Omdat giardiacystes niet bij elke ontlasting worden uitgescheiden is het belangrijk om van 3 dagen ontlasting te verzamelen om zo het risico op een valsnegatieve uitslag zo klein mogelijk te maken.

Door gebruik te maken van een test die op zowel cyste-eiwit als trofozoïeten test, wordt de kans op een vals-positieve uitslag zo klein mogelijk.
Er wordt ook aangegeven dat testen langdurig positief kunnen blijven omdat de cystes nog heel lang worden uitgescheiden. Hiervoor is echter meer onderzoek nodig omdat er nog onvoldoende van bekend is
.

Uiteraard moet er goed worden gekeken waarmee wordt behandeld als er geen klachten zijn, want wanneer een hond geen klachten heeft, is een behandeling met panacur of antibiotica erg ingrijpend en kan wellicht meer schade aanrichten dan de giardia zelf op dat moment (deze is dan nog maar kort aanwezig). En dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Zoals gezegd zijn er ook andere opties qua behandelen en deze zouden zeker in dit stadium uitkomst bieden. Nogmaals, dit zijn ook nog steeds geen baat het niet dan schaadt het niet middelen, maar onder begeleiding van een orthomoleculair-, integraal voedingstherapeut of een homeopaat kan bepaald worden welke middelen ingezet kunnen worden en in welke dosering. Zo kan worden gezorgd dat er géén extra schade wordt aangebracht aan de darmgezondheid maar er ondersteunend wordt gewerkt.

Met deze methodes kan er wellicht een hoop ellende bij onze honden worden voorkomen door simpelweg sneller in te grijpen.




Wie zijn hond herkent in de omschreven kenmerken en advies wil kan contact opnemen met Dimphy.
 

Illustraties Dimphy van Halteren