Assistentiehond heeft geen wettelijke definitie
Er is geen wettelijke definitie van assistentiehonden. Dat antwoordt de minister naar aanleiding van kamervragen. In het antwoord erkent de minister dat de assistentiehond in Nederland eigenlijk nog een vaag iets is, er is namelijk helemaal geen officieel accreditatiesysteem.
Oftewel, wat opleidingsinstituten ook zeggen over erkende assistentiehonden, wettelijk vastgesteld is dat nog lang niet. Wel wordt er aan gewerkt, zo zegt ook de minister. “Vorig jaar is een Europees normalisatietraject gestart met als doel de ontwikkeling van Europese normen voor assistentiehonden. Door middel van een normcommissie met alle betrokkenen heeft Nederland een actieve inbreng in het Europese normalisatietraject om zo te komen tot een bruikbare en professionele norm voor assistentiehonden.” Maar in de praktijk betekent dat dat een hond gewoon goed getraind is bij een instituut, oftewel, “Dit uit zich als eerste in het gedrag van de hond en het opvolgen van specifieke commando’s. Normaal gesproken is daar bewijsmateriaal van, bijvoorbeeld een trainingscertificaat of een pasje. Daarnaast is het gebruikelijk dat een assistentiehond in de buitenruimte een hesje draagt.“
Hesjes die overigens voor enkele euro’s via Ali Xpress en andere postorderaars kunnen worden aangeschaft. Met andere woorden, er is niets officieel geregeld.
“Het gaat erom dat een assistentiehond, in welke vorm dan ook, in beginsel toegelaten moet worden, tenzij dit een onevenredige belasting vormt.” En dus kunnen luchtvaartmaatschappijen assistentiehonden ook gewoon weigeren. Met redenen omkleed, dat wel, maar als de hond “onevenredig veel overlast” zou bezorgen, mag KLM doorvragen naar de “echtheid” van de assistentiehond. De minister: “Er kan gevraagd worden naar de inhoud van de training, bijvoorbeeld naar gedrag en zindelijkheid in de cabine. Gezien de aard van de functie van de hond zal de gebruiker goed op de hoogte zijn van de inhoud van de training, die zich immers uit in het dagelijkse gedrag van de hond. In beginsel hoeft er geen bewijs geleverd te worden dat de hond een assistentiehond is, maar indien bijvoorbeeld de hond niet getraind is of gedrag vertoont dat niet duidt op een assistentiehond (blaffen, tegen mensen springen, niet op commando’s reageren) kan er gevraagd worden om een mondelinge toelichting over het gedrag van de hond, de zindelijkheid, een trainingscertificaat of een pasje.”
Want, in navolging van de VS waar steeds meer mensen hun gewone huishond tot assistentiehond bevorderen en zo allerlei regels voor het meenemen van honden proberen te omzeilen, komt dat ook hier steeds meer voor. “In de praktijk komt het helaas voor dat misbruik wordt gemaakt van de plicht assistentiehonden toe te laten door voor ‘gewone’ honden toelating te vragen met het argument dat het een assistentiehond is. We hebben er dan ook begrip voor dat organisaties proberen te beoordelen of daadwerkelijk sprake is van een assistentiehonden, omdat het toelaten van honden, niet zijnde assistentiehonden, kan leiden tot overlast en eventueel zelfs onveilige situaties.
Het antwoord van de minister heeft ook buiten het meevliegen van assistentiehonden om gevolgen, nu eindelijk eenduidig is vastgesteld dat assistentiehonden geen wettelijke basis hebben, in die zin, dat niet is vastgelegd wat een assistentiehond is. De minister erkent nu dat luchtvaartmaatschappijen om bewijs mogen vragen dat de hond ook daadwerkelijk assistentiehond is. Assistentiehonden mogen volgens het VN-verdrag niet geweigerd worden, nep-assistentiehonden zijn uiteraard niet meer dan huishond.
Regelmatig ontstaan conflicten tussen eigenaren van assistentiehonden en bijvoorbeeld restaurants over het toelaten daarvan. Geleidehonden zijn wel degelijk erkend, maar wie dus voor PTSS of autisme een hulphond heeft, heeft niet zonder meer toegang met een hond, en zou in geval van twijfel aan moeten kunnen tonen dat de hond echt als assistentiehond getraind is. En dus niet de schoothond van iemand die regels wil omzeilen. Hopelijk kan de normalisatie, lees, de CEC-norm, daar een einde aan maken. Maar de uitkomsten van dat overleg en de normering kunnen vooralsnog nog jaren op zich laten wachten.
bron