• Hartproblemen bij pups

Hartproblemen bij pups

Leestijd
4 minuten
Tot nu toe gelezen

Hartproblemen bij pups

za, 10/07/2017 - 13:51

Als je als fokker een nest pups hebt liggen, komt er rond de zesde week altijd dat moment dat de dierenarts het hele stel gaat nakijken. En soms gebeurt het dan dat er iets wordt gehoord bij het beluisteren van het hart, iets dat daar niet hoort.

Welke mogelijke problemen komen er voor en wanneer moet je je zorgen gaan maken? Wat betekent het voor de pup en wat betekent het voor toekomstige pupeigenaren? En ook: hoe ingrijpend is het voor je fokkerij als zoiets zich voordoet?
In dit artikel bespreken we de vier soorten waar fokkers het meest mee te maken hebben.


Dit artikel is een premium-artikel,beschikbaar voor abonnee's van ons blad en website-abonnee's. Het vervolg van dit artikel kunnen abonnees lezen.

Wilt u toegang, kijk dan hier voor de mogelijkheden


 


Wat is een hartruis?

Het hart is een grote spier, die zorgt dat het bloed door het lichaam kan circuleren. Tijdens de reis van het bloed worden voedingsstoffen en zuurstof door het vatensysteem in het lichaam rondgepompt. Zo komen de benodigde stoffen ter bestemde plaatse. Het hart is de pomp die het bloed laat rondgaan in het lichaam.
Eigenlijk bestaat het hart uit twee pompen die als het ware in serie geschakeld zijn. Ze werken samen maar houden twee afzonderlijke circulaties opgang: de lichaamscirculatie en de longcirculatie. De longcirculatie voorziet het zuurstofarme bloed van zuurstof, waarna het bloed wordt doorgepompt naar de lichaamscirculatie en daarmee het lichaam van voedingsstoffen voorziet. De pompfunctie werkt door de samentrekking van de hartspier en de hartkleppen. Doordat de kleppen open en dicht gaan kan het circuleren van het bloed in fases geschieden en wordt daarmee een druk op gang gehouden.
Het vullen van het hart gebeurt door ontspanning, het uitpompen gebeurt door samenpersen van de hartspier. Bij ontspanning van de hartspier loopt het bloed in het hart, door de vulling ontstaat druk die het bloed door de klep van de linkerboezem naar de linkerkamer perst. Van daar uit gaat het naar de aorta en maakt het een ronde door het lichaam. Daarna bereikt het bloed de rechterboezem, gaat vandaar naar de rechterkamer en komt dan in de longslagader, waar het via de longen weer van zuurstof voorzien wordt.

Wanneer een dierenarts het hart van een pup beluistert gebruikt hij hiervoor een stethoscoop. Daarmee hoort hij de harttonen: het sluiten van de mitraal- en tricuspidaalklep (de eerste toon) en het sluiten van de aorta- en pulmonalisklep aan het eind van de systole (de tweede toon). Deze laatste twee sluiten niet exact gelijktijdig en voor een geoefend oor is hoorbaar dat de tweede toon uit twee componenten bestaat. Zijn de kleppen vernauwd, of sluiten ze niet volledig, of als er andere stroombelemmeringen bestaan of abnormale openingen tussen de beide boezems en/of kamers, dan kan er bovendien een geruis hoorbaar zijn, het gevolg van turbulente stroming van het bloed. De plaats waar de stethoscoop geplaatst wordt is bovendien van belang: hieruit kan al enigszins worden afgeleid wat een eventueel ruisje veroorzaakt. Ook het moment waarop de ruis hoorbaar wordt is belangrijk. Tenslotte is het soort geluid dat de ruis geeft een mogelijke indicatie voor het probleem.


Lees ook: Doorbraak bij hartprobleem


Aorta-Stenose (AS)

Dit is de meest voorkomende aangeboren hartafwijking bij honden. AS is een vernauwing in de uitstroombaan van de linkerkamer. Het gevolg hiervan is dat het leegpompen van de linkerkamer moeite en extra energie kost. Er zijn diverse varianten, maar de subvalvulaire variant is de meest voorkomende. Bij deze vorm ontstaat een fibreuze ring onder de aorta-klep. Bij de geboorte is deze ring nog niet aanwezig maar tijdens de eerste levensweken ontwikkelt hij zich en tijdens de groei verergert het in de meeste gevallen. Over het algemeen zijn er, zeker in het eerste stadium, geen verschijnselen. In ernstige gevallen zullen dieren achterblijven in de groei en last hebben van flauwvallen. Kenmerkend is een zwakke pols. Bij onderzoek is er een rauwe, luide ruis hoorbaar in het klepgebied van de aorta.
De diagnose kan betrouwbaar worden vastgesteld met een echocardiogram. Dit is van belang omdat het essentieel is voor de prognose. In milde gevallen is de levensverwachting normaal, in ernstige gevallen is de prognose niet goed. Er is helaas geen effectieve therapie. Er worden vaak bètablokkers voorgeschreven om symptomen en complicaties te voorkomen, maar niettemin is plotseling overlijden geen uitzondering. Van AS is bij Newfoundlanders vastgesteld dat het erfelijk is, maar ook boxers, bullterriers en een aantal andere rassen hebben een predispositie voor AS.

hart

Persisterende Ductus Arteriosus (PDA)

In de baarmoeder gebruikt een dier geen zuurstof via de longen, maar loopt dit via het bloedvatstelsel. Om die reden is er tijdens de dracht een verbinding tussen de aorta en de longslagader. Onmiddellijk na de geboorte nemen de longen hun taak van zuurstofvoorziening op. De bloeddruk in de longcirculatie, die tijdens de dracht zeer hoog was, zakt drastisch en het zuurstofarme bloed zal nu wel via de longslagader naar de longen stromen. Op dat ogenblik is de taak van de ductus arteriosus als "binnenweg" voor het bloed uitgespeeld.
Normaal gesproken zal dit bloedvat dan ook onder invloed van contracties (samentrekkingen) van spierweefsel in de wand van het vat. Honden met een PDA hebben deze spierlaag niet, waardoor de sluiting niet goed mogelijk is. Het gevolg hiervan is dat het zuurstofrijke bloed dat vanuit de linkerkamer in de aorta stroomt voor een deel via de ductus arteriosus opnieuw naar de longen gaat. De longen raken op deze manier te veel gevuld met bloed wat aanleiding geeft tot zuurstofnood.

In ernstige gevallen is de ruis voelbaar, bij onderzoek is een vaak zeer luide ruis hoorbaar in het gebied van de aorta- en de pulmonaliskleppen. Een goede diagnose kan met een hartecho gesteld worden.

Een PDA is de enige regelmatig voorkomende congenitale hartziekte bij de hond die goed te genezen is.

Indien dit niet gebeurt sterft ca 2/3 deel van de patiënten aan acuut hartfalen binnen een jaar. Het vat kan gesloten worden met een chirurgische ingreep, maar tegenwoordig is ook een sluiting via een in de liesslagader ingebracht katheter mogelijk. Volledig herstel is te verwachten wanneer de ductus op jonge leeftijd wordt gesloten. PDA komt voor bij een bij groot aantal rassen. Bij de dwergpoedel is aangetoond dat het erfelijk is. Het is af te raden met lijders te fokken.

Pulmonalis Stenose (PS)

PS is een veelvuldig voorkomende aandoening. Het wil zeggen dat er een vernauwing van de uitstroombaan van de rechterkamer en/of de longslagader is. Deze aandoening geeft zelden op jonge leeftijd al problemen. De ruis is hoorbaar op het klepgebied van de rechterkamer.
Een goede diagnose door middel van een hartecho is cruciaal voor een goede prognose. PS kan in ernstige gevallen worden behandeld door dilatatie, een verwijding door een ballonkatheter. Hoewel wordt uitgegaan van een predispositie bij meerdere rassen, is tot nog toe alleen bij de Beagle aangetoond dat PS erfelijk is.

Fysiologische hartruis.

Hoewel de meeste hartruisjes worden veroorzaakt door aangeboren afwijkingen is het geconstateerde ruisje toch niet altijd iets om van te schrikken. Bij sommige pups is de bloedstroom in het hart turbulent, iets dat veroorzaakt wordt doordat pups over het algemeen een hogere hartslag hebben. Omdat een onderzoek voor een pup vaak ook erg spannend is kan hierdoor een “fysiologische hartruis” ontstaan.
Een dergelijke ruis is vrij zacht en zal over het algemeen als fysiologisch herkend worden door een dierenarts. Deze ruisjes verdwijnen tijdens het opgroeien en behoeven dus geen behandeling. Wanneer een dierenarts of een fokker twijfelt is een echocardiogram een prima methode om vast te stellen of het om een aangeboren probleem gaat of niet.