Honden zijn niet uitzonderlijk slim, hondenbaasjes woedend
We zijn allemaal hondenmensen, dus vinden we honden (zeker die van ons) uitzonderlijk slim en intelligent toch? Helaas, zo blijkt uit een recent in Learning and Behaviour geplaatst onderzoek, honden zijn niet zo uitzonderlijk. Het onderzoek constateert dat honden cognitief nogal gewoon zijn in vergelijking met andere carnivoren, huisdieren en groepsjagers, "Er is geen bewijs dat honden buitengewoon zijn”, concluderen de auteurs.
Dat we langzamerhand anders zijn gaan denken, is op zich niet heel vreemd. Dagelijks zien we allerlei filmpjes op Social Media langskomen over superslimme honden, lezen we verhalen van mensen over bijna paranormaal begaafde honden, enfin, we worden er bijna in geconditioneerd ( a la Pavlov) om te denken dat onze viervoetige vrienden superslim zijn.
Dit artikel is een premium-artikel,beschikbaar voor abonnee's van ons blad en website-abonnee's. Het vervolg van dit artikel kunnen abonnees lezen.
Wilt u toegang, kijk dan hier voor de mogelijkheden
Ook bepaalde zogenaamde case-onderzoeken dragen bij aan de perceptie dat honden griezelige intelligentie bezitten. Een treffend voorbeeld is een Border collie genaamd Chaser. Chaser heeft de namen van meer dan duizend verschillende speeltjes geleerd. Ze lijkt zelfs te kunnen redeneren, zoals ze voor de astrofysicus Neil deGrasse Tyson heeft laten zien in het televisieprogramma NOVA. Tyson begint met het plaatsen van een willekeurige selectie speelgoed van Chaser achter een bank en vraagt haar om er een aantal terug te halen, iets wat ze keurig doet. Vervolgens voegt hij aan de reeks een stuk speelgoed toe dat ze nog nooit heeft gezien, een Charles Darwin-pop. Uiteindelijk vraagt hij Chaser om "Darwin te vinden!". Chaser loopt achter de bank aan en na een paar seconden twijfel brengt hij de pop naar een verbaasde Tyson, zo beschrijft Scientific American. (zie video hieronder)
Volgens datzelfde artikel ligt dat vooral aan onze eigen perceptie, hoe we naar onszelf kijken. Simpel gezegd, wanneer mensen worden gevraagd om zichzelf te beoordelen op eigenschappen zoals intelligentie, geven ze meestal bovengemiddelde beoordelingen. Dit heet in vaktaal het Lake Wobegon-effect - genoemd naar de fictieve stad gecreëerd door Garrison Keillor, waar "alle kinderen boven het gemiddelde uitsteken" –en we breiden dat maar al te graag uit naar onze huisdieren. Een ouder onderzoek (Reigning Cats and Dogs: A Pet-Enhancement Bias and Its Link to Pet Attachment, Pet-Self Similarity, Self-Enhancement, and Well-Being) lieten huisdiereigenaren al zien dat ze hun eigen dieren op gewenste eigenschappen bovengemiddeld goed vonden, en uiteraard waren ze op ongewenste eigenschappen ook goed, in de zin van “dat doen ze bijna nooit”.
En dan komen de onderzoekers, de Britse psychologen Stephen Lea en Britta Osthaus, die heel veel onderzoeken vergelijken naar cognitieve vermogens van andere (hogere) zoogdieren zoals wolven, katten, dolfijnen, chimpansees, duiven (inderdaad, geen zoogdier) en nog andere soorten. “We cover sensory cognition, physical cognition, spatial cognition, social cognition, and self-awareness. Although the comparisons are incomplete, because of the limited range of studies of some of the other relevant species, we conclude that dog cognition is influenced by the membership of all three of these groups, and taking all three groups into account, dog cognition does not look exceptional.
Lees ook: Einde aan controverse, kat en hond even intelligent
Honden lijken bijvoorbeeld niet beter in het leren van associaties - zoals tussen een gedrag en een beloning - dan andere soorten. Honden vertonen ruimtelijk inzicht kleine ruimtes, maar andere soorten kunnen dat ook. En terwijl honden een uitstekend reukvermogen hebben, zijn de olfactorische eigenschappen (de reuk) van een varken ook uitstekend en misschien zelfs beter dan die van de hond.
Nog meer verrassend, honden lijken niet uitzonderlijk in hun vermogen om signalen van mensen waar te nemen en te gebruiken. Volgens de domesticatiehypothese zijn honden gefokt om bijzonder gevoelig te zijn voor menselijke signalen zoals handsignalen. Dat zien de onderzoekers ook. In tegenstelling tot de domesticatiehypothese zijn ze echter verre van uniek in dit vermogen. De regerende kampioenen van het vermogen om menselijke handsignalen te volgen, zijn bijvoorbeeld de tuimelaar en de grijze zeehond.
En zo concluderen de onderzoekers ” Intelligentie van honden is ongetwijfeld uniek, omdat de intelligentie van elke soort uniek is. Honden leven op een bepaald kruispunt van fylogenetische, ecologische en antropogene omstandigheden (ie ook de foto bij dit artikel). Maar op basis van het bewijsmateriaal dat we hebben besproken, zijn die omstandigheden voldoende om de aard van hondenintelligentie te verklaren: het is wat we zouden verwachten van de bij een gedomesticeerde, sociaal jagende carnivoor.”
Wat echter nog het meest opvallend was? Nadat het onderzoek gepubliceerd was, en in de media verscheen, ontstak er op Social Media een ware storm van hondeneigenaren. Een beetje van “ja maar mijn hond”. Andere reacties zijn bijzonder grappig, en een kwartiertje lezen is aan te raden. Of Nederlandse en Vlaamse hondenbazen ook zo op hun teentjes getrapt zijn?
Your dog may not be a genius, after all. A new study finds that canines are not exceptional in the animal world. http://bit.ly/2BCvPct