• Merle in poedels, ja of nee?

Merle in poedels, ja of nee?

Leestijd
3 minuten
Tot nu toe gelezen

Merle in poedels, ja of nee?

za, 02/01/2025 - 17:11

In de nieuwste poedelstandaard is bij de variëteit  “andere kleuren” een aantal kleuren opgenomen die altijd als afwijkend werden gezien. Zo is tegenwoordig tanaftekening toegestaan, en ook witte aftekening, ook "bont" of "harlekijn" genoemd, mag tegenwoordig. Maar één kleurslag zien we daar niet: merle.

Merle heeft nooit in de rasstandaard gestaan en zal daar ook waarschijnlijk nooit in staan. De reden daarvoor is eenvoudig. Merle hoort niet bij de oorspronkelijke kleuren van de poedel en kan dus niet anders dan ooit zijn ingekruist.
Een terechte vraag die mensen stellen is: hoe weet je dat dan? Het antwoord is een beetje technisch, maar het werkt als volgt:

De Merle-mutatie is ooit ontstaan toen een bepaald deel van het virus-RNA zich hechtte aan een bepaald plekje in het DNA van de hond. Merle is zo'n vreemde en zeldzame mutatie dat deze mutatie maar één keer is gebeurd. Zelfs al zou er een vergelijkbare mutatie hebben plaatsgevonden, dan is de kans dat die exact gelijk is aan de al bestaande mutatie zo klein, dat het verwaarloosbaar is.
Omdat we met DNA-onderzoek in kaart kunnen brengen wélke mutatie een hond precies heeft, weten we ook dat het dus telkens om exact diezelfde mutatie gaat.

Een vergelijkbare mutatie die een soortgelijk vachtpatroon veroorzaakt zou in theorie kunnen gebeuren, maar die zou er op DNA-niveau anders uitzien en dus niet worden herkend met de bestaande test voor merle. De kans dat het voor een tweede keer zou gebeuren dat ALLEEN hetzelfde deel van het virus-RNA zich aan ALLEEN dat speciale plekje in het DNA van de hond zou hechten, is in principe nul.

Merle poedels?

De merle-mutatie is eigenlijk maar één keer in de geschiedenis van de hond voorgekomen. Alle merle-honden die vandaag de dag bestaan, stammen af van dat ene gemuteerde exemplaar. Wanneer deze mutatie plaatsvond is niet bekend, maar minstens 150 jaar geleden. Dat weten we omdat er rond 1880 gesloten stamboeken werden gestart en in die nieuw gecreëerde “zuivere rassen” die allen afkomstig waren van lokale landras- en werkhondenpopulaties, bevonden zich ook merle-honden.

De mutatie kan niet net zo oud zijn als “de gedomesticeerde hond”, want dan zou dit patroon in veel meer landrassen over de hele wereld voorkomen, zoals met andere kleuren het geval is. Maar dat is niet zo: merle komt bij een beperkt aantal rassen voor.

Traditionele merle-herdersrassen zijn onder andere: Border Collie, Schotse Collie lang- en korthaar, Shetland Sheepdog, Welsh Sheepdog, Welsh Corgi Cardigan, Australian Shepherd Dog, Australian Koolie, Pyreneese herder, Altdeutsche Hütehund, Bergamasco en Apuan Shepherd. Ook Teckel en Duitse dog zijn rassen waar merle van oudsher in voorkomt. Een veel jonger ras met merle is de Louisiana Catahoua Leopard dog, een Amerikaans ras dat is ontstaan uit de honden die de kolonisten naar Amerika meenamen.

Merle vinden we dus in een reeks rassen waar dit al van oudsher voorkomt. En omdat merle altijd zichtbaar is kan het niet “onzichtbaar” meereizen in familielijnen, iets dat bij andere kleuren soms wel kan gebeuren. Merle poedels? We hebben hierboven geleerd dat de merle-mutatie slechts één keer is voorgekomen in de geschiedenis van de huishond en zich van daaruit heeft verspreid.

Dat betekent dat als merle niet in de genenpoel van het ras zat toen het stamboek werd gesloten, het patroon er op een andere manier is ingekomen.

En de enige optie is dan een niet-geregistreerde kruising van het ras. Alleen: hoe dan?

De merle poedels met stambomen komen eigenlijk altijd uit de Verenigde Staten. Hoe kan het dat het daar dan wél voor lijkt te komen? In de Verenigde Staten gaan dingen anders dan in Europa. Dat heeft alles te maken met de aantallen en de afstanden in dat land. Fokkers mogen daar zelf hun honden chippen en zelf hun stambomen aanvragen, en ze mogen vervolgens zelf op die stambomen de kleur aangeven. Er zijn daar niet, zoals wij dat in Nederland gewend zijn, mensen van de kennelclub die de pups chippen en de nesten controleren. Ook ouderschapscontrole door DNA is daar geen algemeen gebruik.

In een land van deze immense afmetingen en met zoveel nesten en fokkers als in de Verenigde Staten is deze werkwijze heel begrijpelijk.  Maar het moge duidelijk zijn dat deze manier van werken ook kan verleiden tot het creatief toepassen van regels. En als er pas na enkele generaties wordt geconstateerd dat er een kleur wordt gebruikt die niet voorkomt in een ras, is het te laat om zoiets nog terug te draaien. Op deze wijze is merle terecht gekomen in meerdere rassen, die wel degelijk met stamboom worden gefokt. De Amerikaanse honden vallen onder de Amerikaanse Kennel Club (AKC), en dat is geen FCI. Maar in Europa wordt de FCI-rasstandaard gehanteerd. En die accepteert bij de poedel geen merle.

Raszuiver?

Toch zijn er mensen die hun merle poedel via DNA op raszuiverheid laten testen en dan als uitslag krijgen dat hun hond raszuiver en 100% poedel is. Hoe kan dat? Dat wordt veroorzaakt door het simpele feit dat als je een ander ras inkruist, en je fokt daarna terug op de raszuivere populatie, je na 4-6 generaties geen DNA meer terugvindt van het ingekruiste ras. Dus als iemand wél heeft geselecteerd op de merle, maar verder heeft gestreefd naar een poedel van een raszuiver uiterlijk, is de ingekruiste hond na een aantal generaties niet meer in het DNA terug te vinden. Dan lijkt -nouja, dan IS het dus een raszuivere poedel. Op dat kleurtje na.

Bij de poedel komt er inmiddels al ca 50 jaar merle voor in de Amerikaanse populatie. Waar dat ooit vandaan is gekomen is dus niet meer te achterhalen. We kennen weliswaar verschillende rassen, maar die rassen zijn allemaal honden en de variatie en verschillen die een ras een ras maken, zijn niet meer terug te vinden na enkele generaties. En dat maakt dat de enige optie die er is, het weigeren van zulke honden in het stamboek is.

Foto: RebeccasPictures