Gecoupeerd op show, de regels blijven vaag
“Het is verboden deel te nemen aan tentoonstellingen of keuringen met dieren waarbij een bij artikel 2.8 verboden lichamelijke ingreep is verricht.”
Dit lijkt een eenduidig artikel, wie een hond heeft met een gecoupeerde staart of oren mag die niet tentoonstellen. Het Besluit Houders van Dieren (sinds 2014) lijkt een niet voor andere interpretatie op te vatten regel te bevatten. Een vergelijkbare regel, maar dan in een ander artikel, stelt ook dat dieren die een verboden ingreep hebben ondergaan niet mee mogen doen aan sportwedstrijden. Klip en klaar. Alleen, het Kynologisch reglement, het beleidsstuk van de Raad van Beheer, bevatte tot afgelopen juni andere zinsneden. Gecoupeerde honden mochten wel worden tentoongesteld, zolang de standaard van die honden dat beschreef. De honden mochten ook niet worden achtergesteld bij niet-gecoupeerde honden. Dit artikel uit het Kynologisch Reglement werd gesteund door de wereldwijde organisatie, de FCI, want die liet open dat elk land zich aan de nationale wet moest houden, en dat honden met gecoupeerde staarten, en oren trouwens, zonder voorbehoud mochten worden geshowd op alle tentoonstellingen n landen waar dat niet verboden was. De regeling, die nog altijd geldt binnen de FCI, loopt af in 2024, dan is het binnen het FCI-gebied definitief afgelopen.
Echter, het Kynologisch Reglement was dus strijdig met de Nederlandse wet, die immers het showen met gecoupeerde staarten en oren verbiedt. Om die reden werd afgelopen juni het KR dan ook gewijzigd, elke verwijzing naar couperen verdween. Zo zou alleen nog de nationale, Nederlandse, wet gelden. En die stelde dat showen met gecoupeerde honden verboden was. Tsja, lag het maar zo eenvoudig.
Een stukje geschiedenis
Het couperen van honden is in Nederland al aardig wat jaren verboden. Sinds 23 september 1992 is in Nederland de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) van kracht. In deze wet is het Ingrepenbesluit opgenomen, dat op 1 september 2001 is ingegaan: Op grond van artikel 40 lid 1 is het verboden een of meer lichamelijke ingrepen te verrichten bij een dier, waarbij een deel of delen van het lichaam wordt of worden beschadigd. Iets preciezer, het couperen van de oren bij honden is sinds 1 oktober 1996 in Nederland en sinds 1 oktober 2001 in België verboden. Het couperen van staarten bij honden is sinds 1 september 2001 in Nederland en sinds 1 januari 2006 in België verboden. Op hetzelfde moment dat het Ingrepenbesluit ging gelden, ging ook het tentoonstellingsverbod in. Dat had een reden, en die was niet dat de minister destijds zo’n hekel had aan gecoupeerde honden op een tentoonstelling. Het was een handhavingsmaatregel. Want iemand op heterdaad betrappen tijdens het couperen zou lastig blijken. “Ter ondersteuning van de handhaving en ter versterking van artikel 40 (coupeerverbod, red.), is artikel 41 (tentoonstellingsverbod, red.) in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren opgenomen. Omdat het niet dikwijls mogelijk zal zijn iemand op heterdaad te betrappen op het verrichten van een verboden ingreep, bevat dit artikel een verbod om dieren die een verboden ingreep hebben ondergaan te laten meedoen aan evenementen als tentoonstellingen en keuringen.”
Kortom, sinds 2001 niet meer couperen of ermee showen. In 2014 ging het coupeerverbod, het tentoonstellingsverbod en ook het wedstrijdverbod bijna geluidloos van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren over in de nieuwe Wet Dieren, iets preciezer, het Besluit Houders van Dieren. Het coupeerverbod werd artikel 2.8, het tentoonstellingsverbod artikel 2.16 (lid 3 en 4), het wedstrijdverbod werd 2.15 lid 5 en 6.
Nog voordat het beroep bij het CBB dient overigens, komt het bestuur van de Raad van Beheer met een aantal opmerkelijke voorstellen voor de Algemene Vergadering van 3 december 2016. Het bestuur stelt voor om per 01-01-2018 de inschrijving in het stamboek te weigeren van honden die gecoupeerd zijn, alsook een verbod op het tentoonstellen en het deelnemen aan wedstrijden, examens en praktijkproeven van gecoupeerde honden per voornoemde datum. Hierdoor ontstond enorme commotie en er kwam een grote groep leden in opstand, waarna het bestuur de voorstellen van de agenda gehaald heeft.
Ontsnappingsroute
Maar, geen wet zo stevig of er zijn ontsnappingsroutes. De Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren kent ook artikel 107. En daarin staat dat de minister ontheffing kan verlenen voor bepaalde artikelen. En wat gebeurde er in 2002? De World dog Show in Amsterdam. Als daar geen gecoupeerde honden zouden mogen komen zouden veel internationale deelnemers –het coupeerverbod was immers in heel veel landen nog lang geen feit, en is nog lang geen feit- wegblijven. Het was dus de Raad van Beheer die in 2000 ontheffing op grond van artikel 107 aanvroeg voor artikel 41, en die ontheffing in 2001 kreeg. Zeer tegen de zin van de vereniging Bond tot Bescherming van Honden, gevestigd te 's-Gravenhage, en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, gevestigd te ’s-Gravenhage. Die gingen in beroep tegen de ontheffing. In augustus 2001 bij de Raad van Beheer, waar ze nul op het rekest kregen, en dus de gang naar de rechter maakten. Het beroep daar werd in januari 2002 ingesteld, maar pas in juni volgde de uitspraak van het College voor Beroep van het Bedrijfsleven, kortweg CBB. Dat was nog net voor de WDS, die begin juli in de hoofdstad gehouden werd. Maar de Raad van Beheer hoefde zich geen zorgen te maken, want het CBB gaf de Raad gelijk. Gecoupeerde honden mochten gewoon showen.
Het CBB gaf ook een reden. Het verbod in de wet betrof namelijk alleen Nederland, niet de landen om ons heen, ver weg of dichtbij. Ook was er een economisch belang. “Een regeling die verbiedt honden ten toon te stellen die zijn gecoupeerd, is een maatregel die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel belemmert. Het College merkt hierbij op dat, zoals uit de processtukken blijkt en ook ter zitting naar voren is gekomen, deelname aan een tentoonstelling zowel van economische betekenis is voor de eigenaar van de hond, met name indien de hond behoort tot de laureaten, als voor de organisator van de tentoonstelling, doordat de aantrekkelijkheid van de tentoonstelling zowel voor deelnemers als bezoekers in belangrijke mate wordt bepaald door het aantal deelnemers en de spreiding van de deelnemers over rassen.” Er is ook een zogenaamd gemeenschapsrecht, heel simpel vertaald een soort internationaal recht. Nederland kent geen invoerverbod voor gecoupeerde dieren –nog steeds niet om heel andere redenen, je zou immers zo geen zwerfdieren of asieldieren uit andere landen kunnen importeren- en als er geen invoerverbod is, zo redeneerde het CBB, is er ook geen heel belangrijke reden aanwezig om wel import toe te staan maar geen tentoonstellingen. “Dienaangaande merkt het College op dat het vrij verrichten van diensten, als fundamenteel verdragsbeginsel, slechts kan worden beperkt door regelingen die hun rechtvaardiging vinden in dwingende redenen van algemeen belang en die van toepassing zijn op alle personen of ondernemingen die een activiteit uitoefenen op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst. Bovendien is de nationale regeling slechts gerechtvaardigd indien zij de verwezenlijking van het gestelde doel waarborgt en niet verder gaat dan ter bereiking van dat doel noodzakelijk is.”
Oftewel, in 2002 liepen er gecoupeerde honden rond op tentoonstellingen, en sindsdien bleef dat zo –zij het beperkt. Alleen in 2010 deed de Partij voor de Dieren nog even lastig. Via Kamervragen wilden ze het tentoonstellingsverbod afdwingen. Toenmalig minister Verburg beriep zich echter op de uitspraak van het CBB uit 2002. “Het is in Nederland niet verboden om een in het buitenland rechtmatig gecoupeerde hond te verkopen, aan te bieden, te kopen of tentoon te stellen. Een dergelijk verbod zou in strijd zijn met het gemeenschapsrecht. Voor een uiteenzetting van de juridische achtergrond verwijs ik naar een uitspraak het College van beroep voor het bedrijfsleven van 26 juni 2002 (LJN: AE4672) over dit onderwerp. Ik vind het treurig en onwenselijk dat mensen puur omwille van het uiterlijk van de hond bereid zijn dieren in het buitenland een dergelijke welzijnsonvriendelijke ingreep te laten ondergaan. Zoals hiervoor uiteengezet, is deze handelswijze echter niet altijd strafbaar.”
Paarden
En weer gaan er zes jaar voorbij. Dan zijn het geen honden, maar paarden. Een paardententoonstelling in het Zeeuwse Vrouwenpolder gaat niet door na bedreigingen uit activistenhoek. Ook de dan verantwoordelijke staatssecretaris, Van Dam, meldt zich in de strijd. “Staatssecretaris Van Dam wil alsnog gaan optreden tegen overtredingen van het verbod. Organisatoren van keuringen riskeren een boete van 15.000 euro als zij toch gecoupeerde paarden toelaten. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ziet daarop toe”, kopt het AD in november 2016. Maar, de Koninklijke Vereniging 'Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger (KVTH) tekenen bezwaar aan tegen de maatregel. En opnieuw is het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat uitspraak moet doen.
En nu krijgt de Staatssecretaris wel gelijk, gecoupeerde paarden mogen niet op een tentoonstelling komen. “Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) oordeelt dat het op grond van de Wet Dieren verboden is om gecoupeerde paarden toe te laten tot een keuring of een tentoonstelling. Dit verbod geldt ook voor paarden die naar het buitenland zijn gebracht en daar zijn gecoupeerd met als enig doel om te ontkomen aan het in Nederland van kracht zijnde verbod om dieren zonder medische noodzaak te couperen. Het recht van de Europese Unie werpt hiertegen geen blokkade op. De staatssecretaris van Economische Zaken mocht daarom met een last onder dwangsom handhavend optreden tegen de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger” (KVTH).Het CBB heeft bepaald dat de last onder dwangsom niet geldt voor paarden die vóór 1 december 2016 zijn gecoupeerd en worden toegelaten tot keuringen en tentoonstellingen van de vereniging.” Want, zo zegt het CBB, de wetgeving voor 1 december 2016 was onduidelijk, en dus kunnen we over die dieren (paarden) niets zeggen.
Het CBB zegt nog iets opvallends: "... oordeelt het College dat uit deze uitspraak, noch uit het EU-recht, een verplichting voortvloeit voor verweerder om een dier dat uitsluitend met de bedoeling het verbod van artikel 2.8, eerste lid, van de Wet dieren te ontduiken, met gebruikmaking van het vrij verkeer wordt overgebracht naar een andere EU-lidstaat waar dit verbod niet geldt, zoals bijvoorbeeld Frankrijk, om daar te worden onderworpen aan een in Nederland verboden lichamelijke ingreep, gelijk te stellen aan een dier dat aantoonbaar een band heeft met een andere EU-lidstaat en aldaar rechtmatig en niet in strijd met enig verbod is gecoupeerd." Feitelijk zegt het CBB dat je niet, omdat je wilt voorkomen dat mensen hun pups even naar een land brengen waar couperen nog mag om ze daarna 'gecoupeerd in het buitenland' weer in te voeren, deze gelijk moet stellen aan dieren die gewoon zijn gecoupeerd omdat ze geboren zijn in een land waar dat nog mag. Dat zijn andere zaken, en vallen onder ander nationaal recht. Dat je Nederlandse fokkers 'straft' die snel hun pups in (bijvoorbeeld) Schotland laten couperen, dat is prima, maar een fokker uit Edinburgh die volledig legaal zijn honden in Schotland coupeert, is een ander geval. Die mag je niet straffen als hij op Nederlandse shows wil komen. De RVO, zie hieronder, doet dat wel... want die schakelt al deze dieren gelijk. En dat is weer lastig voor diegene die een gecoupeerde hond koopt in Schotland en dus als Nederlander met een gecoupeerde hond wil showen. Even terzijde gelaten in hoeverre de wet nu zegt dat je -in het buitenland- een gecoupeerde hond mag kopen, de interpretatie van die wet is ook verschillend.
En daarmee ligt er dus –wetsartikel of niet- een vaag grensgebied. Het CBB gaat daar niet op in, en zegt verder niet of ze nu specifiek over paarden praten, of over alle dieren. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is de voornaamste dienst die voor Economische Zaken het beleid uitvoert, en die zegt wel wat. Want daar staat op de site “dieren”. Oftewel, de uitzondering op het tentoonstellingsverbod geldt voor dieren, dus voor meer dan paarden, honden (schapen, geiten etc.) mits voor 1-12-2016 gecoupeerd mogen wel tentoongesteld worden. Over wedstrijddeelname spreekt de RVO niet.
Het onderwerp “couperen” komt met alle gedoe voorafgaand aan de World Dog Show 2018 weer naar boven. Kamervragen, bespreken met de minister (nu minister Schouten van Landbouw) en een toezegging van diezelfde minister. Op 1 januari 2020 wil ze wetgeving hebben over couperen, en dan vooral het tentoonstellingsverbod, aldus de minister in 2018 en –opnieuw- in de voortgangsbrief van juni 2019. Hetzelfde moment dat de ALV van de Raad van Beheer alles over couperen uit het Kynologisch Reglement schrapt. “Maar” zo zegt de Raad “tentoonstellingsorganisaties zijn vrij om per individueel geval honden met gecoupeerde staart toe te laten.” De Raad van Beheer heeft wel begrepen dat de overheidsregels vragen oproepen. Zelf hebben we ook een aantal vragen aan de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) gesteld”, aldus de RvB op 9 augustus jl. In datzelfde bericht staat ook een verkapte waarschuwing. “Ofschoon er vraagtekens gezet kunnen worden bij de interpretatie van de uitspraak van het CBB door RVO, is het niet ondenkbaar dat via de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) de komende periode het coupeerverbod gehandhaafd zal worden. Zowel de organisatie als de deelnemer loopt dus een risico dat de NVWA tot handhaving zal overgaan en een waarschuwing, boete of last onder dwangsom zal opleggen. Dit betekent dat zowel de deelnemers als de organisatie daarbij een eigen risicoafweging zullen moeten maken of men inschrijft respectievelijk deelnemers met aan de staart gecoupeerde honden uit landen waar dat (nog) is toegestaan zal toelaten.”
Handhaving nu?
Tot zover, zou je denken. Toch wilde Dogzine het naadje van de kous weten. Hoe groot is de kans dat je straks in Rotterdam, Gorinchem of Bleijswijk de NVWA of LID in je nek hebt?
Allereerst, hoe staat het met die aanvullende wetgeving. “Ja” zegt het ministerie “die komt er.” Het wetsvoorstel valt samen of komt in de wet die ook het houdverbod gaat regelen, en dus niet in de Wet Dieren (onderdeel van LNV en EZ) maar in het strafrecht, een wet die onder Veiligheid en Justitie gaat vallen. De wet is inmiddels voorbij de zogenaamde consultatieronde en gaat na de zomer naar de Tweede Kamer. Dat de wet ingaat op 1 januari is onwaarschijnlijk, maar ergens in 2020 valt het wel te verwachten. Maar ja, dat is straks, hoe doen we het nu?
We vroegen het ook aan de RVO. En daar is men duidelijk, zij het dat er plotseling een andere “regel” opduikt. “Honden gecoupeerd voor 1 december 2016 in een EU-land waar couperen is/was toegestaan (in 2016) mogen worden tentoongesteld, maar… honden gecoupeerd buiten de EU mogen dat niet. Die mogen zelfs niet eens als bezoekhond komen, zo laat de woordvoerder weten. Waar die regel vandaan komt, hoe de RVO dat interpreteert, is onduidelijk.
En ook vroeg Dogzine aan zowel het LID als de NVWA of ze straks aan de poorten van de shows zullen staan. Nee dus, althans, niet om op gecoupeerde staarten te controleren. Beide organisaties zijn eensluidend in hun oordeel. De NVWA meldt ons “De NVWA sluit zich aan bij de werkwijze van RVO.nl. Zie ook: https://www.nvwa.nl/onderwerpen/dierenwelzijn/couperen-van-dieren. Overigens zegt RVO.nl niets over het uitsluiten van bezoekdieren: “Gecoupeerde honden mogen niet meedoen aan tentoonstellingen, keuringen of wedstrijden. Dit geldt ook als uw hond in een ander land is gecoupeerd. Organisaties die tentoonstellingen met honden organiseren, mogen geen honden toelaten die na 1 december 2016 gecoupeerd zijn. Alleen als er een medische noodzaak is, geldt er een uitzondering. U moet deze noodzaak aantonen met een medische verklaring van de dierenarts. In die verklaring staat waarom, waar en wanneer uw hond is gecoupeerd. Daarnaast staat in deze verklaring wie uw hond heeft gecoupeerd.” Oftewel, de NVWA kent de “buiten de EU-regel voor bezoekdieren” niet, en vraagt zich ook af waar dat vandaan komt. In ieder geval, honden van binnen de EU zijn “veilig”. Mits het land van oorsprong couperen nog toestond.
De LID besluit niet anders. “Wat dit betreft heb ik even navraag gedaan bij de LID. Zij stemmen hun werkwijze af met RVO, dus je mag uitgaan van de informatie die op https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren-houden/dierenwelzijn/welzijnseisen/verboden-ingrepen staat. “ Op deze plekken geeft de RVO een eenduidig beeld: Mits de hond voor 1-12-2016 is gecoupeerd buiten Nederland of (ook later) gecoupeerd is om medische redenen, mag deze gewoon meedoen aan tentoonstellingen, en wordt er niet gehandhaafd.
Al met al blijft het een groot, grijs gebied. Wellicht dat de komende wet er –ten goede of ten kwade- een eind aan maakt, maar zeker het gemeenschapsrecht zou nog wel eens een breekijzer kunnen zijn. Daarvoor zullen we echter de indiening van de nieuwe wet bij de 2e Kamer moeten afwachten…