Hoge schadevergoeding voor neergeschoten Cruftswinnaar
In 2015 won de 3-jarige Rhodesian Ridgeback van Dorothy McGoldrick op Crufts: hij werd beste reu. Voor zo'n grote inschrijving voorwaar een prestatie.
Op 23 maart, enkele weken erna, wandelde hij met zijn bazin in de bossen van Meerdaalwoud te Bierbeek. Hij werd op deze publiek toegankelijke locatie getroffen door vier kogels en overleed ter plekke.
Zijn eigenaar was geschokt, woedend en vastbesloten de dader te vinden.
Ze liet daarom de kogels verwijderen om te trachten de dader te vinden.
Een 60-jarige jager kwam als verdachte naar boven tijdens het onderzoek, maar deze zegt niets met de zaak te maken te hebben. Hij beweert dat er op die dag niet gejaagd werd op het betreffende perceel en vermoedt stropers.
De eigenaresse van Mak nam zelf het heft in handen toen er geen budget bleek te zijn voor een autopsie. In Luik kon ze terecht en daar werden drie kogels verwijderd, terwijl een vierde was gevonden; deze was op de bek van Mak afgeketst. Er werden twee kogels uit de borst verwijderd, en de derde uit de nek. Deze bleek de fatale kogel te zijn geweest.
McGoldrick had al vooraf geregeld dat de resultaten direct naar het onderzoeksteam gingen om alle verdenkingen op bemoeienis uit te sluiten. Het ballistisch onderzoek wees naar René H. uit Bierbeek, die verklaarde inderdaad aan het jagen te zijn, maar dat zou niet op die locatie zijn geweest. Bovendien jaagde hij met een groep collega's op everzwijnen en niet op herten.
De GSM-signalen van René H. zouden bij een andere zendmast gesignaleerd zijn. Maar toen er onderzoek werd gedaan naar de signalen van de andere jagers "vergaten" de collega's keer op keer hun telefoon mee te nemen tijdens de onderzoeken.
De eis van McGoldrick was 244.000 euro: de reu had een glanzende toekomst voor zich en had nog geen nakomelingen.
Op 13 februari deed de correctionele rechtbank te Leuven dan uiteindelijk uitspraak. René H. dient een schadevergoeding van 40.000 euro te betalen. Daarvan is 1.000 moreel en 39.000 materiaal. Dit bedrag mag dan lager zijn dan wat gevraagd werd, met de gevangenisstraf werd wel degelijk de eis van het openbaar ministerie gevolgd: 6 maanden onvoorwaardelijk.