Meer gewrichtsproblemen door castratie bij honden

Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Meer gewrichtsproblemen door castratie bij honden

ma, 06/13/2016 - 19:10

Het steriliseren, of feitelijk castreren, van honden in het eerste levensjaar is een van de meest gedane ingrepen bij honden. Ofwel om het gedrag te reguleren, of om last van loopsheid bij teven tegen te gaan. Asiels en veel dierenartsen bevelen castratie ook aan.  Hondeneigenaren willen "toch geen nestje" dus  is de gang naar de dierenarts snel gemaakt. Toch heeft deze ingreep vaak meer gevolgen op de gezondheid van de hond op latere leeftijd.  Dat blijkt uit een recent verschenen onderzoek naar  gewrichtsproblemen, kanker en urineweginfecties bij Duitse Herders.

In 2008 bleek al uit een onderzoek dat gesteriliseerde (laten we  dit woord verder maar gebruiken) honden twee tot driemaal vaker gescheurde kruisbanden hadden (CCL , Cranial cruciate ligament rupture). Ook de incidentie van heupdysplasie (HD) na significant toe, zij het minder fors dan CCL. Uit andere onderzoeken bleek ook dat sterilisatie invloed had op tibial plateau angle, een bekende risicofactor voor kruisbandrupturen. Een recenter onderzoek uit 2014 onder Golden retrievers en Labradors liet zien dat de kans op CCL en HD zelfs tot 4 tot 5 maal zo hoog werd.

Ook bepaalde vormen van kanker komen vaker voor bij "geholpen" honden. Osteosarcoom, lymfeklierkanker en mastceltumoren met name. Gemiddeld neemt de kans op deze kankervormen met een factor vier toe. Ook bleek de kans op melklijstkanker niet af te nemen bij gesteriliseerde teven.  Ook uit meer recente studies blijken gecastreerde honden vaker te overlijden aan kanker dan intacte honden.

In het meest recente onderzoek, waarbij gegevens uit een Amerikaanse landelijke database gebruikt werden (dezelfde als voor de Retrievers), is gekeken naar de invloed van de leeftijd waarop castratie plaatsvind en het voorkomen van gewrichtsproblemen en kanker. De Duitse Herder was daarbij de onderzochte hond.

Uiteindelijk zijn de gegevens van 1170 honden, 705 reuen, waarvan 245 gecastreerd, en 465 teven waarvan 293 gecastreerd, in het onderzoek meegenomen.  De periode waarnaar gekeken werd betrof in totaal ruim 14 jaar. Opvallend detail, van de intacte reuen en teven werd slechts respectievelijk 4 en 14% van de dieren ingezet voor de fok. Kijkend naar het moment van de ingreep werd de groep ingedeeld in honden tot 6 maanden, van 6-12 maanden, 12-24 maanden en 24 maanden tot 8 jaar. Honden die al kanker of gewrichtsproblemen hadden voordat ze gecastreerd werden zijn in het onderzoek opgenomen als "intacte" honden. 

Uiteindelijk bleek dat bij de intacte reuen HD of CCL in 6,6% van de gevallen op een gegeven moment voorkwam. bij dieren die voor de zesde maand gecastreerd werden  was dat uiteindelijk 20,8%., drie maal zoveel als bij de intacte honden. Werd er tussen 6 en 12 maanden ingegrepen, kreeg 16,4% van de honden een gewrichtsaandoening HD bleek de meest voorkomende aandoening, maar, opvallend, CCL was de aandoening die opvallend vaker voorkwam bij gecastreerde reuen.  Per saldo, alhoewel vroeg gecastreerde reuen vaker HD hadden dan intacte reuen, was het verschil in alleen HD niet significant, net als voor ED. Voor CCL bleek het verschil wel significant. Bij teven was het voorkomen van een gewrichtsaandoening bij intacte teven 5,1%, bij gecastreerde teven voor de zesde maand 12,5%.  Bij teven gecastreerd tussen 6-12 maanden was het voorkomen van een gewrichtsaandoening zelfs 17%. HD kwam het meest voor, maar net als bij de reuen ook niet significant. Bij het kijken naar het voorkomen van kanker bij zowel reuen als teven, bleek er weliswaar iets meer kanker te zijn bij de niet geholpen dieren, maar in geen van de gevallen was het verschil significant, oftewel, te gering om er conclusies aan te verbinden.  Castratie lijkt hiermee dus geen preventiemiddel voor kanker.

Al met al is castreren, vaak gedaan om kanker te voorkomen, geen "voorbehoedsmiddel" tegen die kanker. Helaas levert het wel veel vaker gewrichtsproblemen, vooral met de kruisbanden op.  Vooral castratie op jonge leeftijd, voor het eerste jaar, is een duidelijke risicofactor.


 

dossier